Je eigen compost maken van je tuin- en keukenafval is leuker dan kant-en-klare compost kopen. Door compost te maken verminder je de afvalberg en produceer je voeding voor je planten en maak je zelf een bodemverbeteraar. Door de compost te verdelen tussen de planten in je tuin stimuleer je het bodemleven en bescherm je de grond tegen uitdroging.
Composthopen bieden nestruimte en voedsel voor egels. Regenwormen, pissebedden en andere dieren helpen bij het verteringsproces van je groenafval en zijn zelf weer voedsel voor vogels. Vlinders voeden zich met mineralen uit de composthoop.
Verschillende mogelijkheden
Afhankelijk van de grootte van je tuin en de hoeveelheid tuin- en keukenafval kies je voor een systeem. Heb je veel tuin- en snoeiafval, kies dan voor een open hoop. Bij veel keukenafval kies je voor een gesloten compostton. En heb je alleen een balkon of heel weinig plek in de tuin, kies dan voor een wormenbak.
Open hoop
Een optimale composthoop is minstens 1,5 x 1,5 x 1 meter en staat in open verbinding met de bodem om bodemdiertjes er gemakkelijk bij te laten. Wind en regen zijn belangrijk voor het composteerproces en moeten er dus goed bij kunnen. Plaats een composthoop wel minimaal 5 meter van een vijver, want de mest kan het water vervuilen.
Voor een goede doorluchting keer je je hoop één keer in de zes weken helemaal om. Zo wordt het proces versneld. Is omzetten geen optie, dan is het des te belangrijker om een gevarieerde samenstelling te hebben. Combineer zoveel mogelijk soorten materialen: droog en vochtig, slap en stevig, fijn en grof, koolstof- en stikstofrijk. Compost wordt gemaakt door dieren (zoals regenwormen), bacteriën en schimmels. Als je veel afval hebt van één soort, kan je dit beter in gedeeltes toevoegen.
Als er wordt voldaan aan de voorwaarden van een goede doorluchting, voldoende variatie en vochtigheid, zal een composthoop niet stinken.
Wat mag er wel op:
Aardappelschillen (biologisch), bagger uit regengoot of vijver, herfstbladeren, dennennaalden (goed mengen), doppen van pinda’s en noten, eierschalen, fijngemaakt hout en takjes (houtsnippers), grasmaaisel (goed mengen), rauwe groenteschillen en rauw fruit, loof, stronken, houtas (goed mengen), koffiedik en koffiefilterzakjes, mest van plantenetende huisdieren (zoals van konijnen), noten en pitten, en theebladeren en papieren theezakjes (zonder nietjes).
Wat mag er niet op:
Gekookte etensresten, houtskool, brood, kaaskorsten, met kunststof versterkte koffiepads en theezakjes, papier, peuken en sigarettenas, stofzuigerzakinhoud, wol, watten, vetten, schillen van niet-biologische aardappelen en citrusvruchten, kattenbakvulling, coniferentakken, zieke, bloeiende of ongewenste planten (onkruid), vlees, vis of botjes.
Meer weten? Download hieronder het infoblad: ‘Werken aan een gezonde bodem’.
Compostton
Gesloten kunststof of houten tonnen speciaal voor het composteren zijn te verkrijgen bij tuincentra. Zet de ton op een paar tegels die niet tegen elkaar aan liggen zodat er aan de onderkant nog lucht bij kan komen. In deze tonnen wordt het materiaal niet omgespit zoals bij een open hoop. Dit omspitten is niet mogelijk en niet nodig omdat het rottingsproces sneller gaat door de oplopende temperatuur in een kleine afgesloten ton. Dit proces kan alleen goed verlopen als de ton gevarieerd wordt gevuld (‘groen’ en ‘bruin’): wissel keukenafval en tuinafval af. Vochtig houden doe je door af en toe een kleine gieter water aan het materiaal toe te voegen.
Wormenbak
Een wormenbak bestaat vaak uit drie op elkaar gestapelde bakken. De bovenste bak is de groentebak waarin je je tuin-, groente- en fruitafval doet. Deze is afgesloten met een deksel tegen eventuele fruitvliegjes. De middelste bak is de compostbak en de onderste bak is de vergaarbak.. De compostwormen kruipen van de compostbak naar de groentebak en zetten het afval om in vloeistof die langzaam de vergaarbak in druppelt. Na een aantal weken kun je je compost in de vergaarbak oogsten.